Waar de mond van overloopt

by | jun 11, 2020 | Geen categorie | 0 comments

Schipperen tussen ontmaskering en mildheid

 

Vroeger, toen ik veel assessments afnam, merkte ik soms tot mijn verbazing dat kandidaten die het uitgebreid hadden over het belang van goede communicatie vaak matige tot barslechte communicatoren waren. Dezelfde observatie had ik ook bij andere kwaliteiten waar kandidaten vol van waren. Ik kwam steeds meer tot de conclusie dat het thema waar mensen veel mee bezig zijn en intensief over praten, niet noodzakelijk duidt op de aanwezigheid van een kwaliteit, maar vooral aangeeft dat er op dit vlak een grote nood ligt en vaak ook nog wel iets schort.

Hetzelfde partroon kom ik ook regelmatig tegen in andere gesprekken:

  • Een vriendin heeft steeds de mond vol over verstilling en vertraging, maar haast zich van de ene meditatiecursus naar de andere online verstillingsworkshop die ze niet mag missen en heeft zelden een gaatje in haar agenda om af te spreken. 
  • Het is behoorlijk schrikken wanneer de ogenschijnlijke überkalme coach die zich gespecialiseerd heeft in ‘omgaan met je woede’, plots uit zijn rol valt. 
  • Iemand die het altijd over het belang van niet-oordelen heeft, zei me onlangs stellig dat ik te veel oordeel. 

Ik schrijf boeken over het verbinden van tegenstellingen, terwijl ik vooral iemand van extremen ben

En zo kan ik nog een tijdje doorgaan… Dat kan ik zonder probleem mooi opsommen bij anderen, maar zelf doe ik precies hetzelfde. Ik schrijf boeken over het verbinden van tegenstellingen, terwijl ik vooral iemand van extremen ben, die beide kanten maar moeilijk aan elkaar weet te breien. Eigenlijk schrijf ik die boeken om mezelf te laten zien hoe het precies moet. Als ik het nu ook nog eens in de praktijk zou weten te brengen… 

De veronderstelling dat alle mensen die hun mond vol hebben over iets ook hét inspiratievolle voorbeeld zijn voor anderen door dit voor te leven, blijkt niet altijd het geval blijkt te zijn. Vaak zijn het juist diegenen die een bepaalde kwaliteit of levenshouding niet van nature hebben maar het met vallen en opstaan hebben geleerd en er vaak nog elke dag mee worstelen, die ons het pad ernaartoe tonen. Dat is eigenlijk logisch, want voor mensen die deze houding of gedrag al van nature moeiteloos in de praktijk brengen is dat vaak zo’n evidentie en non-issue dat ze het soms niet eens opmerken. Al je hen vraagt hoe ze dat dan precies aanpakken, dan moeten velen eens goed achter hun oor krabben. ‘Tja, euh, ik doe het gewoon’. Omdat het vanzelf gaat, hoef je er ook niet op te letten hoe het precies werkt.

Vaak zijn coaches, therapeuten of allerhande guru’s dan ook actief op een bepaald domein waar ze zelf het meeste mee hebben geworsteld of nog worstelen.

Als je dit daarentegen niet vanzelf in je hebt, dan moet je er naar op zoek en ontwikkel je gaandeweg – vaak met veel worsteling en lessons learned – een pad of een methode om er dichter bij te komen. Een weg en methode die je met anderen kunt delen die met hetzelfde worstelen. Vaak zijn coaches, therapeuten of allerhande guru’s dan ook actief op een bepaald domein waar ze zelf het meeste mee hebben geworsteld of nog worstelen. Ze zijn ervarinsgexperten en de beste ‘worstelaars’ op dit domein.  

Als ervaren worstelaars weten ze precies hoe je het moet aanpakken, en dat is prima want dat kan anderen verder helpen, maar brengen ze het zelf ook steeds in de praktijk? Nee, soms zijn er duidelijke inconsistenties merkbaar, zoals bij de bovenstaande voorbeelden. 

Een bijkomende risico van sterk opgaan in het verspreiden van je boodschap, is dat het dageljks beleven ervan op de achtergrond komt te staan. Of dat je er zo veel erkenning en applaus voor krijgt, dat het vooral het ego voedt en de authentieke beleving een ondergeschikt middel wordt. Bijvoorbeeld: wel telkens een gloedvol betoog afsteken – en daarvoor applaus ontvangen – over ‘dat de wereld meer nood heeft aan verbinding’, maar door de drukte waarmee je overal dit verhaal brengt, geen tijd hebben om gewoon een praatje te maken of boodschappen te doen voor je 90-jarige buurman. Tenzij je er een blog over kunt schrijven of je dit op een andere manier kunt toevoegen aan je ‘public image’. 

Uiteraard zijn er diegenen die hun verhaal wel degelijk doorleven en hun ‘talk’ ook effectief ‘walken’. De reden dat zij het er steeds zo gepassioneerd over hebben is dat ze vaak een grote of kleine (zelf)bevrijdingsstrijd hebben moeten leveren om zichzelf in hun bijzonder zijn te kunnen aanvaarden en om als zodanig door hun omgeving aanvaard te worden. Daardoor kunnen ze ook een inspirerend rolmodel en baken voor anderen zijn. Maar ook hier is er de valkuil dat de aandacht verschuift van de verdiepende beleving van hun eigen zijnswijze naar het strijd voeren op zich. De strijd voor maatschappelijke erkenning en aanvaarding wordt dan een soort identiteit die zichzelf in stand wil houden, zelfs als de maatschappelijke aanleiding voor die strijd is weggevallen. 

 “Weg met al die onechte charlatans!”

Als je als buitenstaander met dergelijke inconsistenties tussen woord en daad wordt geconfronteerd, dan zijn er verschilllende strategiën mogelijk. De meest voor de hand liggende is die van (ver)oordelen en ontmaskeren. Je confronteert de persoon met zijn of haar inconsistentie: ‘practice what you preach!’ Deze strategie maakt het ook gemakkelijk om alles waar die andere voor staat als gebakken lucht of flauwekul weg te zetten. ‘Want als die het zelfs niet in zijn of haar eigen leven kan of wil toepassen, wat is dan de uiteindelijke de waarde ervan?’ 

Een andere strategie is die van mildheid en mededogen: ‘Zijn we niet allemaal zoekers? En is de intentie en de moeite om aan iets in jezelf te willen werken niet veel belangrijker dan het neerzetten van het resultaat. We zijn uiteindelijk allemaal gewoon maar mensen en die zijn nooit af of perfect.’    

Persoonlijk ben ik heel sterk de eerste strategie toegedaan: ‘Weg met al die onechte charlatans! Ik vind het fundamenteel onrechtvaardig dat mensen die niet zelf doen wat ze zeggen het podium mogen betreden om anderen te tonen hoe het zit, en daarvoor nog eens waardering oogsten en als rolmodel worden gezien. Dit terwijl mensen die dit zonder enige poeha gewoon in hun dagelijkse leven in de praktijk brengen, ver van de spotlights, die aandacht niet krijgen. Praatjes vullen geen gaatjes. Het gaat voor mij om echte authenticiteit!’ Ik kan me er dan ook behoorlijk in opwinden.

Ik vraag me in deze af waarom ik net zo’n grote weerstand heb tegen het tonen van mildheid terwijl ik bij andere, grotere onrechtvaardigheden wel de nuance kan blijven zien en er enige afstand van kan nemen. Zou het kunnen zijn omdat ik ergens jaloers ben op al de erkenning, aandacht en bevestiging die al deze ‘onechte praatjesmakers’ krijgen? Schuilt onder mijn pleidooi voor echtheid en intellectuele eerlijkheid juist geen diep verlangen om zelf erkend en gezien te worden? Als ik echt zo authentiek zou zijn, dan zou ik daar niet om malen. Sterker nog, het zou wellicht zelfs niet bij me zijn opgekomen om hier nu een blog over te schrijven. 

Ach ja, ik ben ook maar een mens denk ik dan, zoekend en worstelend met het thema dat ik zo graag wil brengen. En begint mildheid niet gewoon bij mezelf?